Fagot & contrafagot
Het concert van 22 augustus 2024 belooft een unieke gebeurtenis te worden. Elias Agsteribbe, een jonge uitzonderlijk begaafde fagottist, laat u kennis maken met de fagot en ook met contrafagot, een opgerolde boa van bijna 6 meter lang, die in orkestwerken de diepste klanken uit de muzikale onderwereld produceert. Nu krijgt u dit indrukwekkend instrument in 2 werken solo te horen. Een niet te missen zeldzame belevenis.
Elias Agsteribbe was 6 jaar oud toen hij een contrafagot hoorde en dadelijk besliste om fagot en contrafagot te leren; vanaf zijn 9 jaar kon hij starten, en op dit moment doet hij dat nog steeds met dezelfde passie. Hij studeerde eerst bij Koen Coppé (STAP Roeselare), Pieter Nuytten (Koninklijk Conservatorium Gent), en Filip Neyens (contrafagot).
Nadien studeerde hij aan de Zürcher Hochschule der Künste bij Giorgio Mandolesi en Hans Agreda. Elias werd tijdens zijn studie als jong talent gesteund door de Stichting Robus en de vzw SWUK. Voor 2022 en 2023 is Elias artiest in residentie van de vzw SWUK. In oktober 2013 behaalde Elias de eerste prijs in zijn categorie tijdens het Fagotconcours aan het Conservatorium van Amsterdam. Eén van de prijzen bestond erin dat hij enkele privélessen kreeg van Gustavo Nunez. Daarnaast volgde hij nog mastercelasses bij Guilhaume Santana, Bram van Sambeek, Mor Biron, Simon van Holen, Suzanne Sonntag, Joost Bosdijk, ...
Elias speelde in verschillende jeugdorkesten in Vlaanderen en Zwitserland, waarmee hij concerten gaf in enkele Europese landen, en als laureaat van de solistenwedstrijd JeMOO mocht hij als solist optreden met het Jeugd en Muziekorkest van Oost-Vlaanderen. Daarnaast speelde hij ook contrafagot met het Nationaal orkest van Litouwen, Brussels Philharmonic, Symfonieorkest Vlaanderen, Orchestre Philharmonique Royal de Liège, Residentie Orkest (Ned), Noord Nederlands Orkest, Radio Philharmonisch Orkest (Ned) en historische contrafagot bij het ensemble Apotheosis (B).
Sinds augustus 2019 is hij solo contrafagot in de Philharmonie Zuid Nederland.
Donderdag 22 augustus - 19u00
Paul Delvaux Museum, Sint-Idesbald
16 euro/p.p.
Inschrijving per tel: +32 (0) 58 52 12 29 of
per e-mail:
info@delvauxmuseum.be
Carl Gustav Verbraeken is een Vlaamse componist en pianist.
Hij doceerde aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel, was directeur van de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord in St.-Pieters-Woluwe, was van 2010 tot einde 2023 voorzitter van de Unie van Belgische Componisten en is vennoot van SABAM.
Sedert 2016 is hij ook ondervoorzitter van de Muziekraad. Hij is ook stichter (2007) en voorzitter van de compositiewedstrijd VerDi-keurmerk.
Hij schreef meer dan 1000 werken voor allerlei bezettingen.
Carl Verbraeken is een buitengewone muzikaal begaafde duizendpoter. Bij zijn eerste piano-optreden was hij zes jaar. Ook heel vroeg liet zijn ontluikend compositorisch talent zich opmerken. Daarnaast is hij Burgerlijk Elektro-werktuigkundig Ingenieur richting Elektronica en Doctor in de Toegepaste Wetenschappen.
Na het behalen van de eerste prijs in de Pro Civitate wedstrijd voor piano in 1973, rijpte het idee om de muzikale activiteiten op professionele wijze, te beoefenen. Aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel behaalde hij tal van eerste prijzen en het hoger diploma voor piano.
Hij was van 1984 tot 1988 dirigent van het ingenieursorkest van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging. In deze periode werkte hij samen met internationale bekendheden als Iannis Xenakis, Bryan Ferneyhough, Henri Dutilleux, e.a.
Carl Verbraeken componeerde orkestwerken concerti, kamermuziek, , “Ruyterliederen” voor verschillende bezettingen, balletmuziek, composities voor diverse solo-instrumenten maar toondichtte vooral meer dan 600 pianowerken: o.a. een aartsmoeilijke toccata voor piano, een sonate , etudes en piano-verzamelalbums, vele karakterstukken met soms kleurrijke titels zoals: ‘De raadgevingen der vogeltjes’, ‘Zomerwandeling’…
Markante creaties waren tevens: de Liederen van de hoop met orkest in het Winterthurgebouw te Brussel(1982), het Ave Maria voor driestemmig vrouwenkoor en orgel (2004) in de Sint-Goedele-Kathedraal te Brussel, het Larghetto voor viool en cello met orgel (1999) in de Miniemenkerk te Brussel, een clavecimbelsuite, uitgevoerd in de Albertina-Bibliotheek en te Istanbul (Turkije).
Mieke Vanhaute (Kortrijk 1948) werd geboren in een muzikale familie. Haar vader was orgelist. Na studies aan het Kortrijkse conservatorium bij Mevr. M. Boedts – Van Neste (piano), P. Van Eechaute en A. Vanhaute (harmonie) trok zij voor haar professionele opleiding naar het KMC in Brussel en daarna voor vervolmaking naar Frankrijk en Polen. Ze had het voorrecht te mogen werken met vooraanstaande musici met internationale faam als E. Del Pueyo, (piano) en J. Leduc, V. Legley, T. Aubin, W. Lutoslawski, (compositie) en P. Dervaux (orkestdirectie).
Mieke Vanhaute ontpopte zich als een veelzijdige musicus, op verschillende terreinen actief.
Op 16-jarige leeftijd debuteerde zij als soliste in het pianoconcerto van Schumann en concerteerde in binnen- en buitenland als pianiste en dirigente.
In een vroeger leven was zij meer dan 35 jaar artistiek-pedagogisch actief als directeur DKO en als hoofdleraar contrapunt en fuga aan het KMC Gent. Ze profileerde zich als ontwerper van originele projecten als Aïs, “Betje Trompet”-stoet, la Barca di Suoni, ea., van soundscapes, gaf masterclasses en lezingen op internationale festivals en colloquia in o.a. de USA, Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, is organisator van de internationale IVME-compositiewedstrijd en jurylid in nationale en internationale wedstrijden.
Als componiste is ze nog steeds een bedrijvige bij.
Ze is en was ook één van de weinige vrouwelijke componisten van haar generatie in Vlaanderen en bij uitbreiding in België.
Haar werken werden en worden gecreëerd en uitgevoerd op belangrijke podia in Europa en ook in Australië, USA, Turkije, enz. door gerenommeerde dirigenten en musici als S. Cambreling, M. Tabachnik, laureaten van de Koningin Elisabeth wedstrijd, Brussels Philharmonic en gecapteerd door Vlaamse en buitenlandse radiozenders.
Haar composities getuigen van een natuurlijke zin voor contrapunt en een permanente aandacht voor de kleurrijke subtiliteit en de sobere, maar intense uitdrukkingskracht van de klank zelf.
De harmonische taal, beïnvloed door gebruik van Messiaense modi, evolueert naar zelfstandige kleur-elementen. Uit melodische gegevens als vertrekpunt, contrapuntisch en seriëel verwerkt, ontstaan horizontale en verticale klankstructuren, die zich opnieuw melodisch ontrafelen.
Zij is ook geboeid door differentiatie van de klank en experimenteert met niet alledaagse klankbronnen, die ze ook gebruikt bij de creatie van soundscapes.
Haar oeuvre omvat solowerken, liederen, kamermuziekwerken voor diverse bezettingen, koorwerken en werken voor ensembles en voor symfonisch orkest, en soundscapes.